Vertaling van watermeloen
Inhoud:
Nederlands
Engels
watermeloen {zn.}
water-melon
watermeloen {zn.}
watermelon
Mary draagt een watermeloen.
Mary is carrying a watermelon.
Ik hou van de smaak van watermeloen.
I like the taste of watermelon
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Mary draagt een watermeloen.
Mary is carrying a watermelon.
Een watermeloen zit vol water.
A watermelon is full of water.
Ik hou van de smaak van watermeloen.
I like the taste of watermelon
Ik hou van de smaak van watermeloen.
I love the taste of watermelon.
Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een vijf verdiepingen tellend gebouw.
Tomorrow I'm going to throw a watermelon off the roof of a five-story building just for the hell of it.