Vertaling van wedstrijd
competition
Voorbeelden in zinsverband
Tom won de wedstrijd.
Tom won the competition.
De wedstrijd vond niet plaats.
The match didn't take place.
De wedstrijd eindigde in een gelijkspel.
The game resulted in a draw.
We keken een baseball wedstrijd op televisie.
We watched a baseball game on television.
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Our team won the game.
Welk team heeft de wedstrijd gewonnen?
Which team won the game?
Zij deed mee aan de wedstrijd.
She took part in the contest.
De wedstrijd werd afgelast vanwege regen.
The game was called off on account of the rain.
Welk team zal de wedstrijd winnen?
Which team will win the game?
De wedstrijd is afgeblazen vanwege de hevige regenval.
The match has been canceled due to heavy rain.
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
It doesn't matter which team wins the game.