Vertaling van weer-

Inhoud:

Nederlands
Engels
her-, re-, terug-, weer-
re-
back 
afweer [m], defensie [v], verdediging [v], weer, verweer {zn.}
defence 
nogmaals, van voren af aan, weder, wederom, weer, alweer {bw.}
again 
once more
afresh
back 
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
again 
all over again
anew 
afresh
bis, nogmaals, nog een keer, weer {bw.}
again 
weder [o], weer [o], weersomstandigheden {zn.}
weather 
Wat een afschuwelijk weer!
What awful weather!
Hoe is het weer?
How's the weather?
terugdringen, verdringen, weren {ww.}
to repress
to repulse

ik weer

I repress
» meer vervoegingen van to repress

inspannen, weren {ww.}
to exert

ik weer

I exert
» meer vervoegingen van to exert

verzetten, kanten, roeren, vechten, verweren, keren, weren {ww.}
to withstand
to resist
to stand firm
to hold out

ik weer

I withstand
» meer vervoegingen van to withstand

weren {ww.}
to shut out
to keep out
to shut
to exclude

ik weer

I shut
» meer vervoegingen van to shut



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hoe is het weer?

How's the weather?

Hoe is het weer?

How is the weather?

Wat een prachtig weer.

What marvelous weather.

Wat een afschuwelijk weer!

What awful weather!

Hij verrast mij telkens weer.

He keeps surprising me.

Ze maakte weer dezelfde fout.

She made the same mistake again.

Het is mooi weer vandaag.

Today the weather is nice.

Ik zag hem nooit weer.

I never saw him again.

Slecht weer is geen hinderpaal.

Bad weather is no obstacle.

Het is vannacht mooi weer.

The weather is nice tonight.

Het weer werd plots warmer.

The weather suddenly got warmer.

Nu weet ik het weer.

Now I remember.

Het is verschrikkelijk weer vandaag.

It is terrible weather today.

Hij loopt constant rusteloos heen en weer.

He keeps pacing up and down restlessly.

De telefoon deed het weer niet.

The phone was out of order again.


Gerelateerd aan weer-

her- - re- - terug- - afweer - defensie - verdediging - weer - verweer - nogmaals - van voren af aan - weder - wederom - alweer - opnieuw - bishandelen - verhinderen