Vertaling van werkkring
Inhoud:
Nederlands
Engels
ambt , baan , betrekking , werkkring , plaats , post, wachtpost {zn.}
Ik zoek een baan.
I'm looking for a job.
Mijn zus heeft een baan.
My sister has a job.
ambt , baan , betrekking , werkkring , plaats , functie {zn.}
Tom is op zoek naar een baan.
Tom is looking for a job.
Jouw baan hangt aan een zijden draadje.
Your job hangs by a thread.
betrekking , dienstverband , functie , job , positie , werk , werkkring , baan , post {zn.}
job
occupation
line of work
line
business
occupation
line of work
line
business
Maar hij had een job nodig.
But he needed a job.