Vertaling van wijding

Inhoud:

Nederlands
Engels
wijding [v], zegening [v], inzegening [v] {zn.}
blessing
zegening [v], zegen, wijding, inwijding {zn.}
blessing
boon
Kinderen zijn een zegen.
Children are a blessing.
plechtigheid [v], statigheid [v], wijding [v] {zn.}
solemnity
ceremony 
wijding [v] (de ~), consecratie [v] (de ~), heiliging, sanctificatie {zn.}
ordination
ordinance


Gerelateerd aan wijding

zegening - inzegening - zegen - inwijding - plechtigheid - statigheid - consecratie - heiliging - sanctificatieplechtigheid