Vertaling van wijs
Inhoud:
Nederlands
Engels
Zijn kapsel is uit de mode.
His hairdo's out of style.
Minirokjes zijn uit de mode geraakt.
Miniskirts have gone out of fashion.
wijs , modus {zn.}
mode
mood
modality
mood
modality
wijs {zn.}
mode
mood
modality
mood
modality
Hij was een deuntje aan het fluiten.
He was whistling a tune.
John zei: "Dat is een mooie melodie."
John said, "That's a beautiful tune."
aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
ik wijs
I indicate
» meer vervoegingen van to indicate
Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
Is it possible to indicate a date on which a language came into life? "What a question!" you will be inclined to say. And yet such a date exists: the 26th of July, the…
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
ik wijs
I show
» meer vervoegingen van to show
zinnig, wijs, verstandig {bn.}
wise
wijze , manier , modus , wijs, trant {zn.}
way
style
manner
mode
fashion
style
manner
mode
fashion
Wijs me de weg, wil je?
Show me the way, will you?
Doe het op deze manier.
Do it this way.
crimineel, denderend, dolletjes, eindeloos, fabuleus, fenomenaal, formidabel, jofel, knal, loeigoed, luizig, mieters, puntgaaf, reusachtig, reuze, reuze-, subliem, super, super-de-luxe, supersonisch, uniek, wreed, zeldzaam, wijs, ruig, fabelachtig, fameus, moorddadig, onwijs {bn.}
fantastic
grand
howling
marvellous
marvelous
rattling
terrific
tremendous
wonderful
wondrous
grand
howling
marvellous
marvelous
rattling
terrific
tremendous
wonderful
wondrous
wijzen, attenderen {ww.}
to show
to indicate
to point
to designate
to indicate
to point
to designate
ik wijs
I show
» meer vervoegingen van to show
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Could you show me the way to the port?
wijzen, aanwijzen {ww.}
to show
to indicate
to point
to designate
to indicate
to point
to designate
ik wijs
I show
» meer vervoegingen van to show
Dat kan ik je aanwijzen!
I can show you!
wijzen, duiden {ww.}
to bespeak
to betoken
to indicate
to point
to signal
to betoken
to indicate
to point
to signal
ik wijs
I bespeak
» meer vervoegingen van to bespeak
wijzen {ww.}
to designate
to indicate
to point
to show
to indicate
to point
to show
ik wijs
I designate
» meer vervoegingen van to designate
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Niet alle mannen zijn wijs.
Not all men are wise.
Wijs me de weg, wil je?
Show me the way, will you?
De oude man zag er wijs uit.
The old man looked wise.
Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs.
It is true she is young, but she is wise.