Vertaling van wil
volition
ik wil
jij wil
hij/zij/het wil
I want
you want
he/she/it wants
» meer vervoegingen van to want
ik wil
jij wil
hij/zij/het wil
I want
you want
he/she/it wants
» meer vervoegingen van to want
ik wil
jij wil
hij/zij/het wil
I will
you will
he/she/it wills
» meer vervoegingen van to will
to desire
ik wil
jij wil
hij/zij/het wil
I want
you want
he/she/it wants
» meer vervoegingen van to want
ik wil
jij wil
hij/zij/het wil
I will
you will
he/she/it wills
» meer vervoegingen van to will
Voorbeelden in zinsverband
Ik wil deze.
I want this one.
Ik wil skischoenen kopen.
I want to buy some ski boots.
Ik wil weggaan.
I want to leave.
Ik wil niet opgeven.
I don't want to give up.
Ik wil leren zwemmen.
I want to learn how to swim.
Ik wil water.
I want some water.
Ik wil niet scheiden.
I don't want to get divorced.
Ik wil kopen.
I want to buy.
Ik wil het opeten.
I want to eat it.
Wil je iets drinken?
Would you like to drink anything?
Doe wat je wil.
Do whatever you like.
Wil je rijk zijn?
Do you want to be rich?
Ik wil ze levend.
I want them alive.
Ik wil je zoenen.
I want to kiss you.
Ik wil Duits studeren.
I want to study German.