Vertaling van woonachtig

Inhoud:

Nederlands
Engels
behuisd, gehuisvest, wonend, woonachtig {bn.}
housed
woonachtig, gedomicilieerd, gehuisvest, gevestigd {bn.}
living


Gerelateerd aan woonachtig

behuisd - gehuisvest - wonend - gedomicilieerd - gevestigd