Vertaling van zabbelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
sabbelen, zabbelen {ww.}
to suckle
to wet-nurse
to suck
to nurse
to lactate
to give suck
to breastfeed

wij zabbelen
jullie zabbelen
zij zabbelen

we nurse
you nurse
they nurse
» meer vervoegingen van to nurse



Gerelateerd aan zabbelen

sabbelenzuigen