Vertaling van ziekelijk

Inhoud:

Nederlands
Engels
niet lekker, ongesteld, onwel, van streek, ziekelijk {bn.}
not well
upset 
sukkelachtig, sukkelend, ziekelijk {bn.}
ailing
sickly 
unhealthy
weak 
pathologisch, ziekelijk {bn.}
pathological
morbid
diseased
pathologic
pathological
ziekelijk, asthenisch, pathisch, sukkelachtig {bn.}
unhealthy


Gerelateerd aan ziekelijk

niet lekker - ongesteld - onwel - van streek - sukkelachtig - sukkelend - pathologisch - asthenisch - pathischapart - ziek