Vertaling van ziel

Inhoud:

Nederlands
Engels
ziel [v] (de ~) {zn.}
sum
pith
substance
nitty-gritty
nub
marrow
meat
inwardness
kernel
heart
heart and soul
gist
essence
core
centre
center
geest [m], gemoed, ziel {zn.}
soul 
Zijn ziel was in het hemel.
His soul was in heaven.
Er was geen levende ziel.
There was not a bloody soul.
mens [m] (de ~), homo sapiens, mensenkind, sterveling [m] (de ~), ziel [m] (de ~) {zn.}
man
human
human being
homo
Een mens moet werken.
A man must work.
De mens is een wolf voor de mens.
Man is a wolf to man.
stakker [m] (de ~), dompelaar, stumper [m] (de ~), ziel [m] (de ~), schaap [m] (het ~), zielenpiet [m] (de ~), zielenpoot [m] (de ~), drommel [m] (de ~), sloeber [m] (de ~) {zn.}
wretch
poor devil
inspirator [m] (de ~), ziel [v] (de ~), motor [m] (de ~) {zn.}
soul
Er was geen levende ziel.
Not a soul was to be seen.
Denk je dat dieren een ziel hebben?
Do you think animals have a soul?
animus, mensenziel, psyche [m] (de ~), geest [m] (de ~), ziel [v] (de ~) {zn.}
soul
psyche
Zij geloven dat de ziel onsterfelijk is.
They believe that the soul is immortal.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Er was geen levende ziel.

There was not a bloody soul.

Er was geen levende ziel.

Not a soul was to be seen.

Denk je dat dieren een ziel hebben?

Do you think animals have a soul?

Zijn ziel was in het hemel.

His soul was in heaven.

Zij geloven dat de ziel onsterfelijk is.

They believe that the soul is immortal.

Het oog is de spiegel van de ziel.

The eye is the mirror of the soul.

Ik geloof in de onsterfelijkheid van de ziel.

I believe in the immortality of the soul.

De ziel is de gevangenis van het lichaam.

The soul is the prison of the body.

Mensen zouden hun ziel verkopen om vanaf deze plaatsen naar het concert te luisteren.

People would sell their souls to hear the concert from those seats.

Ik heb mijn ziel verkocht, maar ik gebruikte hem toch niet.

I sold my soul, but I wasn't using it anyways.