Vertaling van zomer

Inhoud:

Nederlands
Engels
zomer, zomertijd {zn.}
summer 
De zomer is voorbij.
Summer has ended.
De zomer is voorbij.
Summer is over.
zomer [m] (de ~) {zn.}
good weather
zomerseizoen, zomer [m] (de ~) {zn.}
summer
summertime
De zomer is voorbij.
Summer is gone.
De zomer is voorbij.
The summer is over.
bloeitijd [m] (de ~), zomer [m] (de ~) {zn.}
prime
heyday
peak
flush
flower
efflorescence
blossom
bloom


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

De zomer is voorbij.

Summer has ended.

De zomer is voorbij.

Summer is over.

De zomer is voorbij.

The summer is over.

De zomer is voorbij.

Summer is gone.

Het was een koude zomer dit jaar.

It was cold in the summer of this year.

Plant deze zaden voordat de zomer begint.

Plant these seeds before summer sets in.

In de zomer worden eieren rap slecht.

In summer, eggs soon go bad.

In de zomer is de luchtvochtigheid groot.

In the summer the humidity is high.

Volgende zomer wil ik naar Hawaï.

Next summer, I want to go to Hawaii.

Eén zwaluw maakt nog geen zomer.

One swallow does not make a summer.

Eén zwaluw maakt nog geen zomer.

One swallow does not a summer make.

Ik hou het meest van de zomer.

I like summer the best.

Vorige zomer gingen we naar Hokkaido.

Last summer we went to Hokkaido.

Ik ging naar Bali in de zomer.

I went to Bali in the summer.

De zomer is mijn favoriete seizoen.

Summer is the season I like best.


Gerelateerd aan zomer

zomertijd - zomerseizoen - bloeitijdweer - jaargetijde - periode