Vertaling van zonneschijn

Inhoud:

Nederlands
Engels
zonneglans, zonneschijn {zn.}
sunshine 
sun 
daglicht [o] (het ~), zonnelicht, zonnetje, zon [m] (de ~), zonneschijn (de ~) {zn.}
sun
sunshine
sunlight
Ge zijt mijn zonnetje.
You are my sunshine.
De zon heeft negen planeten.
The sun has nine planets.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Na regen komt zonneschijn.

After rain comes fair weather.

Na regen komt zonneschijn.

After a storm comes a calm.


Gerelateerd aan zonneschijn

zonneglans - daglicht - zonnelicht - zonnetje - zonlicht