Vertaling van zonnig
Inhoud:
Nederlands
Engels
zonnig {bn.}
sunny
zonnig {bn.}
bright
burnished
lustrous
shining
shiny
burnished
lustrous
shining
shiny
verheugd, vrolijk, blij, zonnig {bn.}
cheery
gay
sunny
gay
sunny
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Het was zonnig en warm.
It was sunny and warm.
Het is altijd zonnig in Italië.
It's always sunny in Italy.
Ik hoop ook op zonnig weer in het weekend.
I also hope for sunny weather at the weekend.