Vertaling van zuigeling

Inhoud:

Nederlands
Engels
baby [m], zuigeling {zn.}
baby 
babe 
Die baby is Tom.
That baby is Tom.
De baby kruipt.
The baby is crawling.
baby [m] (de ~), bébé, kindje, kleine [m] (de ~), kleintje [m] (het ~), zuigeling [m] (de ~) {zn.}
baby
infant
babe
Bekijk de slapende baby.
Look at the sleeping baby.
Is de baby wakker geworden?
Has the baby woken up?


Gerelateerd aan zuigeling

baby - bébé - kindje - kleine - kleintjeding