Vertaling van zullen
wij zullen
jullie zullen
zij zullen
we need
you need
they need
» meer vervoegingen van to need
wij zullen
jullie zullen
zij zullen
we will
you will
they will
» meer vervoegingen van to will
wij zullen
jullie zullen
zij zullen
we must
you must
they must
» meer vervoegingen van to must
wij zullen
jullie zullen
zij zullen
we go
you go
they go
» meer vervoegingen van to go
wij zullen
jullie zullen
zij zullen
we will
you will
they will
» meer vervoegingen van to will
Voorbeelden in zinsverband
Tulpen zullen snel bloeien.
Tulips will bloom soon.
We zullen zien.
We shall see.
Ze zullen me doden.
They'll kill me.
Zullen we gaan zwemmen?
How about going for a swim?
Verraders zullen gedeporteerd worden.
Traitors will be deported.
Altijd zullen we veranderen, altijd zullen we leren.
Forever we will change, forever we will learn.
Je vrienden zullen je missen.
You will be missed by your friends.
Je vrienden zullen je missen.
Your friends will miss you.
We zullen altijd vrienden zijn.
We'll always be friends.
Ze zullen nooit akkoord gaan.
They will never agree.
Waar zullen we vanavond eten?
Where shall we eat tonight?
Vandaag zullen we thuis zijn.
We will be at home today.
Wanneer zullen we er zijn?
When will we get there?
Wij zullen je helpen, goed?
We'll help you, okay?
We zullen nooit opnieuw verliefd worden.
We will never fall in love again.