Vertaling van zwelling

Inhoud:

Nederlands
Engels
gezwel [o], zwelling [v], tumor {zn.}
tumour
bobbel [m], bult [m], gezwel [o], zwelling [v], opzwelling [v] {zn.}
swelling
bump
zwelling [v] (de ~), gezwel [o] (het ~), intumescentie, opzwelling, tumescentie {zn.}
swelling
protrusion
protuberance
jut
prominence
gibbousness
hump
gibbosity
extrusion
excrescence
bump
bulge


Gerelateerd aan zwelling

gezwel - tumor - bobbel - bult - opzwelling - intumescentie - tumescentiehuid