Vertaling van aanaarden
Nederlands
Spaans
aanaarden {ww.}
aporcar
acollar
acollar
ik zal aanaarden
jij zult aanaarden
hij/zij/het zal aanaarden
yo aporcaré
tú aporcarás
él/ella aporcará
» meer vervoegingen van aporcar
aanaarden {ww.}
aporcar en almáciga