Vertaling van aanbevelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanbevelen, recommanderen, aantekenen {ww.}
recomendar
ensalzar
certificar
ensalzar
certificar
ik zal aanbevelen
jij zult aanbevelen
hij/zij/het zal aanbevelen
yo recomendaré
tú recomendarás
él/ella recomendará
» meer vervoegingen van recomendar
Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Puedo recomendar este restaurante.
Kunt u mij een hotel aanbevelen?
¿Me puedes recomendar un hotel?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Puedo recomendar este restaurante.
Kunt u mij een hotel aanbevelen?
¿Me puedes recomendar un hotel?