Vertaling van aandoen
producir
ocasionar
maquinar
instigar
causar
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
yo produciré
tú producirás
él/ella producirá
» meer vervoegingen van producir
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
yo pondré
tú pondrás
él/ella pondrá
» meer vervoegingen van poner
poner
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
yo sobrepondré
tú sobrepondrás
él/ella sobrepondrá
» meer vervoegingen van sobreponer
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
yo afectaré
tú afectarás
él/ella afectará
» meer vervoegingen van afectar
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
yo afectaré
tú afectarás
él/ella afectará
» meer vervoegingen van afectar
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
yo afectaré
tú afectarás
él/ella afectará
» meer vervoegingen van afectar
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
yo afectaré
tú afectarás
él/ella afectará
» meer vervoegingen van afectar