Vertaling van aangaan

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aangaan, betreffen, gelden, raken {ww.}
incumbir
concernir

hij/zij/het zal aangaan
zij zullen aangaan
hij/zij/het zou aangaan

él/ella concernirá
ellos/ellas concernirán
él/ella concerniría
» meer vervoegingen van concernir

aangaan, formeren, vormen {ww.}
formar

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

yo formaré
formarás
él/ella formará
» meer vervoegingen van formar

aangaan, aanbelangen, betreffen, verkeren, zich verhouden {ww.}
tener relación
relacionarse
aangaan, afsluiten, contracteren {ww.}
contratar
destajar
ajustar

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

yo contrataré
contratarás
él/ella contratará
» meer vervoegingen van contratar



Gerelateerd aan aangaan

betreffen - gelden - raken - formeren - vormen - aanbelangen - verkeren - zich verhouden - afsluiten - contracteren