Vertaling van aanhoren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanhoren, luisteren, beluisteren, toehoren, toeluisteren {ww.}
escuchar
wij aanhoren
jullie aanhoren
zij aanhoren
nosotros escuchamos
vosotros escucháis
ellos/ellas escuchan
» meer vervoegingen van escuchar
Mijn hobby is muziek beluisteren.
Mi hobby es escuchar música.
Mijn hobby is muziek beluisteren.
Mi hobby es escuchar música.