Vertaling van aannemen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aannemen, aanwerven, huren, in dienst nemen, tewerkstellen {ww.}
tomar a sueldo
aannemen, affiliëren {ww.}
prohijar
adaptar
adaptar
ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen
yo prohijaré
tú prohijarás
él/ella prohijará
» meer vervoegingen van prohijar
aannemen, menen, stellen, vermoeden, veronderstellen {ww.}
suponer
ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen
yo supondré
tú supondrás
él/ella supondrá
» meer vervoegingen van suponer
adopteren, aannemen, zich eigen maken {ww.}
adoptar
prohijar
prohijar
ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen
yo adoptaré
tú adoptarás
él/ella adoptará
» meer vervoegingen van adoptar
Het paar besloot een wees te adopteren.
La pareja decidió adoptar a un huérfano.
Daar zij zelf geen kinderen hadden, besloten ze een klein meisje te adopteren.
Como no tenían hijos propios, decidieron adoptar a una niña pequeña.
accepteren, aannemen, ontvangen {ww.}
aceptar
recibir
acoger
tomar
admitir
recibir
acoger
tomar
admitir
ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen
yo aceptaré
tú aceptarás
él/ella aceptará
» meer vervoegingen van aceptar
Ik heb de neiging om dit voorstel te accepteren.
Me inclino a aceptar la propuesta.
Ik had geen andere keuze dan de offerte te accepteren.
No tuve otra elección que aceptar la oferta.