Vertaling van aanraken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
estar en contacto
tocar

ik zal aanraken
jij zult aanraken
hij/zij/het zal aanraken

yo tocaré
tocarás
él/ella tocará
» meer vervoegingen van tocar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Niet aanraken.

No lo toques.

Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.

Puedo tocarme los dedos de los pies con facilidad.


Gerelateerd aan aanraken

aankomen - raken - beroeren - toucheren