Vertaling van aanreiken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanreiken, overhandigen, ter hand stellen {ww.}
entregar
alargar
alargar
ik zal aanreiken
jij zult aanreiken
hij/zij/het zal aanreiken
yo entregaré
tú entregarás
él/ella entregará
» meer vervoegingen van entregar
aangeven, aanreiken, doorbrengen, verdrijven {ww.}
pasar
entregar
llegar
alargar
entregar
llegar
alargar
ik zal aanreiken
jij zult aanreiken
hij/zij/het zal aanreiken
yo pasaré
tú pasarás
él/ella pasará
» meer vervoegingen van pasar
Ik wilde niet nog meer tijd doorbrengen met Tom.
No quería pasar más tiempo con Tom.
aangeven, aanreiken, afdragen, overbrengen, overgeven, toereiken {ww.}
transferir
alargar
alargar
ik zal aanreiken
jij zult aanreiken
hij/zij/het zal aanreiken
yo transferiré
tú transferirás
él/ella transferirá
» meer vervoegingen van transferir