Vertaling van aanrekenen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanrekenen, rekenen tot {ww.}
valorar en
aanrekenen, toedichten, toeschrijven, toerekenen, wijten {ww.}
achacar
valorar en
valorar en
ik zal aanrekenen
jij zult aanrekenen
hij/zij/het zal aanrekenen
yo achacaré
tú achacarás
él/ella achacará
» meer vervoegingen van achacar