Vertaling van aanslaan
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanslaan, beginnen te blaffen {ww.}
ladrar
ik zal aanslaan
jij zult aanslaan
hij/zij/het zal aanslaan
yo ladraré
tú ladrarás
él/ella ladrará
» meer vervoegingen van ladrar
aanslaan, beslaan {ww.}
empañarse
aanslaan, belasten, belasting heffen op, veraccijnzen {ww.}
imponer
ik zal aanslaan
jij zult aanslaan
hij/zij/het zal aanslaan
yo impondré
tú impondrás
él/ella impondrá
» meer vervoegingen van imponer