Vertaling van aanstoken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanstoken, irriteren, ophitsen, op stang jagen, prikkelen, sarren {ww.}
acuciar
incitar
incitar
ik zal aanstoken
jij zult aanstoken
hij/zij/het zal aanstoken
yo acuciaré
tú acuciarás
él/ella acuciará
» meer vervoegingen van acuciar