Vertaling van aanvangen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanbinden, aanvangen, beginnen {ww.}
comenzar
ik zal aanvangen
jij zult aanvangen
hij/zij/het zal aanvangen
yo comenzaré
tú comenzarás
él/ella comenzará
» meer vervoegingen van comenzar
Het experiment moet beginnen.
El experimento debe comenzar.
Laat het spel beginnen!
Ahora vamos a comenzar el juego.
aanbreken, aanvangen, beginnen, ingaan {ww.}
empezar
comenzar
principiar
comenzar
principiar
ik zal aanvangen
jij zult aanvangen
hij/zij/het zal aanvangen
yo empezaré
tú empezarás
él/ella empezará
» meer vervoegingen van empezar
We kunnen vanavond beginnen.
Podemos empezar esta noche.
Ge moet onmiddellijk beginnen.
Tienes que empezar inmediatamente.