Vertaling van aanvatten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanvatten, nemen, oprapen, pakken, vatten {ww.}
tomar
coger
asir
coger
asir
ik zal aanvatten
jij zult aanvatten
hij/zij/het zal aanvatten
yo tomaré
tú tomarás
él/ella tomará
» meer vervoegingen van tomar
Jullie moeten bus 5 nemen.
Tienes que coger el autobús número 5.
Waar kan ik bus nummer 7 pakken?
¿Dónde puedo tomar el autobús número 7?