Vertaling van aanvegen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bezemen, vegen, aanvegen, opvegen, schoonvegen {ww.}
barrer
ik zal aanvegen
jij zult aanvegen
hij/zij/het zal aanvegen
yo barreré
tú barrerás
él/ella barrerá
» meer vervoegingen van barrer
Mary wil het huis vegen.
Mary quiere barrer la casa.