Vertaling van aard
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aard , geaardheid , karakter {zn.}
carácter
aard , geaardheid , natuur , karakter , wezen {zn.}
naturaleza
índole
índole
Ik hou van de natuur.
Amo la naturaleza.
We moeten leren in harmonie leven met de natuur.
Tenemos que aprender a vivir en armonía con la naturaleza.
aard , slag , soort {zn.}
suerte
aarden, gewend raken, wennen {ww.}
habituarse
acostumbrarse
acostumbrarse