Vertaling van absoluut

Inhoud:

Nederlands
Spaans
regelrecht, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto
verregaand, vergaand, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto
drievoudig, driedubbel, drievuldig, driewerf, triple, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto
rasecht, volbloed, pur sang, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ze heeft absoluut geen vijanden.

Ella no tiene absolutamente ningún enemigo.

Wat hij zegt is absoluut correct.

Lo que él dice es absolutamente correcto.