Vertaling van afbraak

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afbraak [v], ontmanteling [v], sloop {zn.}
demolición [v] (la ~)
afbraak [v] {zn.}
derribos
afbraak [v], slechting [v], sloop {zn.}
demolición [v] (la ~)


Gerelateerd aan afbraak

ontmanteling - sloop - slechting