Vertaling van afdwalen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afdwalen {ww.}
digresar
afdwalen, opzijgaan {ww.}
ladearse
desviarse
desviarse
dwalen, afdwalen, van de weg afwijken, verdwalen {ww.}
desviarse
descarriarse
extraviarse
descarriarse
extraviarse