Vertaling van afhangen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afhangen, afhankelijk zijn, deel uitmaken {ww.}
depender

ik zal afhangen
jij zult afhangen
hij/zij/het zal afhangen

yo dependeré
dependerás
él/ella dependerá
» meer vervoegingen van depender



Gerelateerd aan afhangen

afhankelijk zijn - deel uitmaken