Vertaling van afhuren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
charteren, huren, afhuren {ww.}
alquilar
tomar en alquiler
tomar en alquiler
ik zal afhuren
jij zult afhuren
hij/zij/het zal afhuren
yo alquilaré
tú alquilarás
él/ella alquilará
» meer vervoegingen van alquilar
Ik wilde een bus huren.
Quería alquilar un autobús.
Ik zou graag een auto willen huren.
Quiero alquilar un coche.