Vertaling van afleren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afleren, afwennen {ww.}
desacostumbrar
ik zal afleren
jij zult afleren
hij/zij/het zal afleren
yo desacostumbraré
tú desacostumbrarás
él/ella desacostumbrará
» meer vervoegingen van desacostumbrar
afleren, vergeten, verleren {ww.}
olvidar
ik zal afleren
jij zult afleren
hij/zij/het zal afleren
yo olvidaré
tú olvidarás
él/ella olvidará
» meer vervoegingen van olvidar
Ik kan zijn vriendelijkheid niet vergeten.
No puedo olvidar su amabilidad.
Is het moeilijker te vergeven, of te vergeten?
¿Es más duro perdonar u olvidar?
afleren, verleren {ww.}
desaprender
ik zal afleren
jij zult afleren
hij/zij/het zal afleren
yo desaprenderé
tú desaprenderás
él/ella desaprenderá
» meer vervoegingen van desaprender