Vertaling van afname

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afname [v], aftrek [m], afzet [m], omzet {zn.}
salida [v] (la ~)
afname [v], daling {zn.}
disminución [v] (la ~)
aanschaf [m], aankoop [m], afname [v], inkoop, koop, overname {zn.}
compra [v] (la ~)
adquisición [v] (la ~)
Koop de jurk de je wilt.
Compra el vestido que quieras.
Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
Ahorrar su dinero para la adquisición de una casa.


Gerelateerd aan afname

aftrek - afzet - omzet - daling - aanschaf - aankoop - inkoop - koop - overname