Vertaling van afpellen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afpellen, jassen, schillen {ww.}
pelar
mondar
descortezar
mondar
descortezar
ik zal afpellen
jij zult afpellen
hij/zij/het zal afpellen
yo pelaré
tú pelarás
él/ella pelará
» meer vervoegingen van pelar