Vertaling van afschenken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afgieten, afschenken, decanteren {ww.}
decantar
ik zal afschenken
jij zult afschenken
hij/zij/het zal afschenken
yo decantaré
tú decantarás
él/ella decantará
» meer vervoegingen van decantar