Vertaling van aftreden

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aftreden, demissionair zijn {ww.}
dimitir

ik zal aftreden
jij zult aftreden
hij/zij/het zal aftreden

yo dimitiré
dimitirás
él/ella dimitirá
» meer vervoegingen van dimitir

aftreden, bedanken, uittreden, ontslag nemen {zn.}
dimitir
hacer dimisión
darse de baja
abdiceren, abdiqueren, afstand doen, aftreden, afstand doen van {ww.}
dimitir
abdicar

ik zal aftreden
jij zult aftreden
hij/zij/het zal aftreden

yo dimitiré
dimitirás
él/ella dimitirá
» meer vervoegingen van dimitir