Vertaling van aftuigen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afranselen, aftuigen, beuken {ww.}
pegar
zurrar
aporrear
zurrar
aporrear
ik zal aftuigen
jij zult aftuigen
hij/zij/het zal aftuigen
yo pegaré
tú pegarás
él/ella pegará
» meer vervoegingen van pegar