Vertaling van afwezig zijn

Inhoud:

Nederlands
Spaans
absent zijn, afwezig zijn, ontbreken, verstek laten gaan {ww.}
estar ausente
absent zijn, afwezig zijn, schelen {ww.}
haber de menos
faltar


Gerelateerd aan afwezig zijn

absent zijn - ontbreken - verstek laten gaan - schelen