Vertaling van afwisselen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afwisselen, variëren, werken {ww.}
variar
cambiar
cambiar
ik zal afwisselen
jij zult afwisselen
hij/zij/het zal afwisselen
yo variaré
tú variarás
él/ella variará
» meer vervoegingen van variar