Vertaling van akkoord

Inhoud:

Nederlands
Spaans
akkoord [o] {zn.}
consonancia
akkoord [o], inrichting [v], regeling [v], schikking [v], zetting [v], maatregel {zn.}
acuerdo [m] (el ~)
construcción [v] (la ~)
arreglo [m] (el ~)
Spijtiggenoeg kan ik niet akkoord gaan met jou.
Lo lamento, pero no puedo estar de acuerdo.
Het kan me niet schelen of hij akkoord gaat of niet.
No me importa si él está de acuerdo o no.
overeenstemming [v] (de ~), conformiteit, eendracht [m] (de ~), unanimiteit [v] (de ~), eensgezindheid [v] (de ~), eenstemmigheid [v] (de ~), enigheid, harmonie [m] (de ~), uniformiteit [v] (de ~), concordantie [v] (de ~), overeenkomst [v] (de ~), akkoord [o] {zn.}
acuerdo [m] (el ~)
convenio [m] (el ~)
concordación [v] (la ~)
acorde [m] (el ~)
afspraak [v], akkoord [o], schikking [v], verbintenis [v] {zn.}
acuerdo [m] (el ~)
convenio [m] (el ~)
arreglo [m] (el ~)
afgesproken, akkoord, goed, in orde, okee, top {bw.}
de acuerdo
en orden
vale
conforme
convenido


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Spijtiggenoeg kan ik niet akkoord gaan met jou.

Lo lamento, pero no puedo estar de acuerdo.

Het kan me niet schelen of hij akkoord gaat of niet.

No me importa si él está de acuerdo o no.