Vertaling van ambiëren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
ambiëren, dingen naar, najagen, nastreven, streven naar, aspireren {ww.}
desear
aspirar

wij ambiëren
jullie ambiëren
zij ambiëren

nosotros deseamos
vosotros deseáis
ellos/ellas desean
» meer vervoegingen van desear



Gerelateerd aan ambiëren

dingen naar - najagen - nastreven - streven naar - aspireren