Vertaling van apart

Inhoud:

Nederlands
Spaans
apart, oorspronkelijk, origineel {bn.}
original
afgezonderd, afzonderlijk, bijzonder, los, apart, separaat, los van elkaar {bn.}
aparte
separado
afzonderlijk, apart, gescheiden, terzijde, vaneen, separaat {bw.}
aparte
por separado
afgelegen, apart, geïsoleerd {bn.}
aislado
apartado
separado