Vertaling van baan
camino
pasillo
vía
ruta
vía
puesto
función
oficio
cargo
Voorbeelden in zinsverband
Ik zoek een baan.
Busco un trabajo.
Mijn zus heeft een baan.
Mi hermana tiene un trabajo.
Ik dacht net aan een nieuwe baan.
Estaba pensando en un nuevo trabajo.
Tom is op zoek naar een baan.
Tom está buscando un empleo.
Ik ben een baan aan het zoeken.
Estoy buscando trabajo.
Er is ijzel op de baan.
Hay hielo en la carretera.
Jouw baan hangt aan een zijden draadje.
Tu empleo pende de un hilo.
Tom heeft het nooit over zijn baan.
Tom nunca habla sobre su trabajo.
Tom neemt zijn baan niet erg serieus.
Tom no se toma su trabajo muy en serio.
Hij had het geluk een baan te vinden.
Él tuvo la suerte de encontrar trabajo.
Als je een baan vindt die je echt leuk vindt, hoef je nooit meer te werken.
Si encuentras un trabajo que ames de verdad, nunca trabajarás otra vez.