Vertaling van baas

Inhoud:

Nederlands
Spaans
baas [m], meester [m], heer, patroon {zn.}
amo [m] (el ~)
patrón [m] (el ~)
dueño [m] (el ~)
Een verstandige vogel kiest zijn boom. Een wijze dienaar kiest zijn meester.
Un pájaro prudente escoge su árbol. Un sirviente sabio escoge a su amo.
aanvoerder [m], baas [m], chef [m], hoofd [o], opperhoofd {zn.}
jefe [m] (el ~)
capitán [m] (el ~)
patrón [m] (el ~)
comandante [m] (el ~)
caudillo [m] (el ~)
amo [m] (el ~)
Waar is de baas?
¿Dónde está el jefe?
George is onze team aanvoerder.
George es el capitán de nuestro equipo.
aanvoerder [m], baas [m], chef [m], meerdere, superieur {zn.}
jefe [m] (el ~)
Ik heb met mijn baas geslapen.
Me acosté con mi jefe.
Je praat alsof je de baas bent.
Hablas como si fueras el jefe.
aanvoerder [m], baas [m], chef [m], gebieder [m] {zn.}
jefe [m] (el ~)
capitán [m] (el ~)
patrón [m] (el ~)
dueño [m] (el ~)
comandante [m] (el ~)
caudillo [m] (el ~)
amo [m] (el ~)
We hebben John als aanvoerder gekozen.
Elegimos a John como capitán.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Waar is de baas?

¿Dónde está el jefe?

Ik heb met mijn baas geslapen.

Me acosté con mi jefe.

Je praat alsof je de baas bent.

Hablas como si fueras el jefe.

Heb je een goede verstandhouding met je baas?

¿Te llevas bien con tu jefe?

Mijn baas nodigde me uit voor een etentje.

Mi jefe me invitó a cenar.

Ik heb het lef niet om mijn baas te vragen of ik zijn auto mag lenen.

No tengo el coraje de pedirle a mi jefe que me preste su auto.

"Onze baas heeft aangedrongen op die prijs," legde de verkoopster uit. "Maar weet u, u hoeft me geen 0,99 in kopeken te betalen. U mag meer betalen als u wilt."

- Nuestro jefe insistió en que pusiéramos ese precio -le explicó la dependienta-. Pero bueno, usted no tiene por qué pagarme 0,99 en kopeks, puede pagar más si quiere.


Gerelateerd aan baas

meester - heer - patroon - aanvoerder - chef - hoofd - opperhoofd - meerdere - superieur - gebieder